Als je er nog nooit van gehoord hebt, dan neem ik je dat niet kwalijk. Het ding stamt van net na de oorlog en is een geschreven als eerbetoon aan de Belgische parachutisten in de oorlog. Een mooie gedachte, dat zal ik zeker niet ontkennen. Het is ook een wereldberoemde mars. Een Mars? Ja een mars, een muziekstuk. Dus niet één die je opeet, maar één die je misschien zou spelen als je net als ik, in een harmonieorkest speelt. Ik kende ‘m niet, tenminste ergens vaag kwam wel de melodie bekend voor. Maar dat wij de mars zelf moesten gaan spelen in het orkest, tja dat had ik toch niet bedacht. Ik vind spelen bij het orkest echt leuk en de nummers die we spelen zijn meestal ook leuk, alleen deze…..tja…..
Ik had ergens de hoop dat we een moderner stuk zouden spelen voor 4 mei, maar helaas, het mocht niet zo zijn. Natuurlijk goed gekozen richting 4 mei, maar het is echt lastig om het nummer om goed te spelen. Aan het geroezemoes van mijn mede orkestleden te horen, delen ze dezelfde mening op een enkeling na. Ten eerste is het al amper te lezen, de stukken bladmuziek van de parachutisten stammen volgens mij ook uit de tijd dat ze naar beneden kwamen. En extreem klein, zodat je een dubbele leesbril nodig hebt om de noten te kunnen lezen. Dus thuis het ding maar eerst maar eens vergoot, maar ja dan volgt het probleem dat de lijnen van de notenbalk zo zijn vervaagd dat ik eerst alles moest gaan ontcijferen wat er stond. Is een klein beetje gelukt, maar het blijft moeilijk te lezen, en dat is dan weer lastig spelen. Als je een natuurtalent bent qua muziek spelen, dan zul je er misschien niet zo’n moeite mee hebben, maar ik, een amateurtje die alle zeilen bij moet zetten om überhaupt mee te komen, vind het lastig.
De dirigent van ons orkest, is super enthousiast, gek op marsen en deze vindt hij geweldig. Op mijn vraag wie het geweldige ding uit een donkere oude kast had getrokken, stak hij enthousiast zijn hand op. O zeg ik, zat al te mopperen op de muziekcommissie. Daar zit ik ook bij, zegt hij. Oh vandaar denk ik, maar zeg dat niet hardop. Maar omdat ik mijn ongenoegen over het geweldige nummer niet onder stoelen en banken wil steken, zeg ik tegen hem; “heeft je moeder je niet verteld dat je aan sommige dingen niet mag komen, dat je donkere oude kasten gewoon dicht moet laten zitten”? Hij keek mij aan, met één dichtgeknepen oog en wees met zijn vinger mijn kant op. “Volgende week, zou ik maar oppassen als ik jou was”. Oeps, ik had geloof ik beter mijn mond kunnen houden. Soms floepen er wel eens dingen uit. Jacq, zeg ik tegen mezelf, dit was nu niet echt handig, maar het leed is al geschiet.
Hij vervolgt zijn verhaal, ik zou als ik jou was nog maar goed oefenen, ik weet je te vinden. Oeps…..dan weet ik het wel, dan kan ik straks met mijn sectie (me, myself and I) een aantal maten alleen doen, of krijg allerlei opmerkingen die dan grappig zijn voor anderen, maar niet voor mij. Dat moet maar niet, dus ik zeg, ach ik maak maar een grapje, maar ik kan de lach in mijn stem niet onderdrukken. Is echt heel, mooi probeer ik nog, maar geloofwaardig kom ik niet meer over, dus ik kijk naar buiten en zeg, “moet je kijken, daar komen ze aan, die parachutisten…………. “
Volgende week zegt hij, en hij wijst nog een keer naar mij….
Nog een paar week en dan is het zover. Denk je die mars wil ik toch wel eens horen, kom dan gerust eens luisteren en kijken op 11 mei bij ons optreden in de Hullen. Ik beloof je, ik zal echt me best doen….