Donder en bliksem

Afbeeldingsresultaat voor donder en bliksem

Na een dagje in Vlaardingen te zijn geweest bij mijn mams, is er ook weer een tijd van naar huis gaan. Het was een fijne dag, de zon scheen en het was warme dag, wel een windje en ze hadden gezegd dat er in de avond een buitje kon vallen met hier en daar wat onweer. Maar goed dat was niet hier waar ik was, dat was ergens anders. In de avond zou ik mijn reis van 2,5 uur terug naar Roden vervolgen en de reis begon goed, het was druk op de weg, maar te doen. Geen files en daar is al heel wat voor te zeggen.

De navigatie hoeft niet aan, maar staat toch aan, waarom weet ik eigenlijk niet, het stuk rij ik al jaren dus ik weet precies waar ik langs moet. Het eerste deel van de reis verloopt voorspoedig. Ik heb het hoofd vol en zit nog van alles te bedenken en te bespreken met mezelf. Zijn interessante gesprekken met jezelf, je hebt uiteindelijk altijd gelijk zonder dat er iemand een weerwoord heeft, en dat is voor de verandering ook wel eens fijn.

Maar zo rijdend begint de schemer toch al op te komen en als ik in de buurt van Almere kom, zie ik voor mij dreigende wolken en hevig flitsen. Oh jee die kant moet ik uit. Ach bedenk ik mij misschien valt het wel mee, vast zo over al ik daar ben. Maar het wordt steeds donkerde en dreigender. Opeens zie ik dat het verkeer een andere kant op moet. Ze zijn bezig met de weg en voorbij Almere is de hele snelweg af gezet. Ik volg het andere verkeer, maar waar we ook langs rijden terug naar de snelweg wordt het niet. Het donderen en bliksemen wordt steeds erger en ook de eerste dikke druppen beginnen naar beneden te vallen. Het dondert en bliksemt nu zo hard dat ik de neiging heb weg te duiken bij iedere klap die ik hoor. Ik ben niet bang uitgevallen, maar met dit slechte weer in de auto te zitten in je uppie, daar heb ik het toch niet zo op. 

Opeens zijn we bij een splitsing terecht gekomen, maar nergens kan ik bordjes van de wegomleiding vinden. Het plenst ondertussen ook zo hard dat het ook onmogelijk is wat te zien. Helaas heb ik ook nog steeds niet de ruiterwissers vervangen, dat had ik gisteren willen doen, omdat ze het niet meer goed wissen. Dus al met al is het moeizaam goed te zien. Ook zag ik vanmorgen vroeg bij het weggaan dat de achter ruiterwisser er triest bij hing. Het rubber bungelde bij de ruiterwisser langs. Dus ook daar heb ik niet zo veel aan nu. Maandag al een lekke band, en nu dit weer. Het gaat goed met mijn autootje. Ondertussen zie ik auto’s links en rechts gaan. Hmm waar moet ik nu heen? De navigatie zegt linksaf. En voor mijn richtingsgevoel denk ik ook dat dit juist is. Na een minuut of 10 rijden, zie ik borden richting Emmeloord, Aha denk ik, daar moet ik heen. Maar aangekomen bij de oprit, zie ik dat de oprit is afgesloten. Ohhh wat nu, nergens bordjes waar je dan heen moet. Ik rij nog een rondje op de rotonde en voel mij een beetje opgelaten. Welke kant moet ik nu heen, ik besluit links en kom vervolgens terecht op een industrieterrein.

Het gaat steeds harder en harder regenen. Op de weg rij ik door een rivier van water van een paar cm. Ook de klappen worden harder en komen steeds dichterbij. Aan de navigatie heb ik ook niks, die stuurt mij steeds dezelfde kant op. Eindelijk zie ik borden Harderwijk. Maar ja Harderwijk, dat ligt niet echt op weg naar huis. Weer terug de andere kant op. Ik heb de neiging de auto langs de kant te zetten en te wachten dat het onweer en de regen over is, maar ja misschien sta ik dan vannacht hier nog wel in the middle of nowhere. Nee dat is geen optie. Ik bel naar huis en zeg ik dat ik volgend jaar kerstmis misschien wel thuis ben als de benzine in de tank het tenminste zo lang vol hou.

Thuisfront heeft een idee en ik moet vervolgens mijn locatie aan zetten, dan zullen ze wel kijken waar ik langs moet. Ja hoor natuurlijk of dat gaat werken. Vervolgens gaan ze verder op wattsapp. Ook handig, ik kan toch helemaal niet lezen en rijden en helemaal niet in dit vreselijke weer. Vijf tellen later bedenken ze dit ook en word ik gebeld. Je moet de andere kant op. Andere kant zeg ik? Ja roepen ze in koor. Ik zeg, dat kan niet dat is afgesloten. Ik zeg laat maar, dit werkt niet. Ik zie een grote vrachtwagen en zeg dat ik daarachter aan ga rijden. Ik kan mij niet voorstellen dat hij op dit tijdstip bij een één of andere boerderij moet zijn. Thuisfront zegt dat ik dat niet moet doen. Ik zeg, ik zie wel waar ik terecht kom, ik kan hier ook niet heen en weer blijven rijden. De vrachtwagen weet de weg besluit ik, moet gewoon. Ik kachel achter de vrachtwagen aan over kleine weggetjes. Achter mij is het ook druk, dus ik denk dat iedereen hetzelfde denkt, hup achter de vrachtwagen aan. Of zouden ze gewoon wel weten waar ze langs moeten? Na een hele tijd rijden, zie ik links de snelweg liggen, daar moet ik heen. Maar opeens neemt de weg een bocht naar rechts en i.p.v. naar de snelweg toe, rij ik er steeds verder vandaan. Opeens een T-spiltsing, en vanuit daar zie ik dat eindelijk de navigatie het weer goed oppakt en naar de snelweg lijdt. Gelukkig het komt goed, thanks vrachtwagen.

Eindelijk vervolg ik mijn weg richting huis. Het dondert en bliksemt nog steeds en ook het water op de weg is een paar cm. Het blijft goed de aandacht erbij houden. Bij Joure krijg ik kramp in mijn voet. Ook dat nog, ik probeer wat met mijn voet heen en weer te wiebelen. Het werkt niet. Ik kan nergens stoppen, zucht het zal ook eens goed gaan. Tijdens het rijden wurm ik mij uit mijn schoen en rij op mijn sok maar verder. De kramp zakt langzaam weg. Eindelijk thuisgekomen strompel ik op één schoen en sok het huis binnen. Het is al over elven, Ik krijg een warm welkom en plof neer op de bank. Het thuisfront is echter binnen paar minuten verdwenen. Ik zeg waar gaan jullie heen? We hebben gewacht op jou, je bent er dus kunnen we nu naar bed. Oh zeg ik……gezellig…  

Ik zit nog even in mijn uppie op de bank, hoor nog één harde knal, maak een rare beweging, en gooi vervolgens mijn glas met drinken om. Ook dat nog, bij het halen van een doekje breek ik mijn nek over mijn eigen tas en hoor ik nog een harde onweersknal. Ik zwaar geïrriteerd door alles, roep naar boven en zeg dat het nu wel klaar is met al dat lawaai.

Dat had ik eerder op de avond moeten doen, ik hoor niks meer…….

De Belgische parachutisten

Als je er nog nooit van gehoord hebt, dan neem ik je dat niet kwalijk. Het ding stamt van net na de oorlog en is een geschreven als eerbetoon aan de Belgische parachutisten in de oorlog. Een mooie gedachte, dat zal ik zeker niet ontkennen. Het is ook een wereldberoemde mars. Een Mars? Ja een mars, een muziekstuk. Dus niet één die je opeet, maar één die je misschien zou spelen als je net als ik, in een harmonieorkest speelt. Ik kende ‘m niet, tenminste ergens vaag kwam wel de melodie bekend voor. Maar dat wij de mars zelf moesten gaan spelen in het orkest, tja dat had ik toch niet bedacht. Ik vind spelen bij het orkest echt leuk en de nummers die we spelen zijn meestal ook leuk, alleen deze…..tja…..

Ik had ergens de hoop dat we een moderner stuk zouden spelen voor 4 mei, maar helaas, het mocht niet zo zijn. Natuurlijk goed gekozen richting 4 mei, maar het is echt lastig om het nummer om goed te spelen. Aan het geroezemoes van mijn mede orkestleden te horen, delen ze dezelfde mening op een enkeling na. Ten eerste is het al amper te lezen, de stukken bladmuziek van de parachutisten stammen volgens mij ook uit de tijd dat ze naar beneden kwamen. En extreem klein, zodat je een dubbele leesbril nodig hebt om de noten te kunnen lezen. Dus thuis het ding maar eerst maar eens vergoot, maar ja dan volgt het probleem dat de lijnen van de notenbalk zo zijn vervaagd dat ik eerst alles moest gaan ontcijferen wat er stond. Is een klein beetje gelukt, maar het blijft moeilijk te lezen, en dat is dan weer lastig spelen. Als je een natuurtalent bent qua muziek spelen, dan zul je er misschien niet zo’n moeite mee hebben, maar ik, een amateurtje die alle zeilen bij moet zetten om überhaupt mee te komen, vind het lastig.

De dirigent van ons orkest, is super enthousiast, gek op marsen en deze vindt hij geweldig. Op mijn vraag wie het geweldige ding uit een donkere oude kast had getrokken, stak hij enthousiast zijn hand op. O zeg ik, zat al te mopperen op de muziekcommissie. Daar zit ik ook bij, zegt hij. Oh vandaar denk ik, maar zeg dat niet hardop.  Maar omdat ik mijn ongenoegen over het geweldige nummer niet onder stoelen en banken wil steken, zeg ik tegen hem; “heeft je moeder je niet verteld dat je aan sommige dingen niet mag komen, dat je donkere oude kasten gewoon dicht moet laten zitten”? Hij keek mij aan, met één dichtgeknepen oog en wees met zijn vinger mijn kant op. “Volgende week, zou ik maar oppassen als ik jou was”. Oeps, ik had geloof ik beter mijn mond kunnen houden. Soms floepen er wel eens dingen uit. Jacq, zeg ik tegen mezelf, dit was nu niet echt handig, maar het leed is al geschiet.

Hij vervolgt zijn verhaal, ik zou als ik jou was nog maar goed oefenen, ik weet je te vinden. Oeps…..dan weet ik het wel, dan kan ik straks met mijn sectie (me, myself and I) een aantal maten alleen doen, of krijg allerlei opmerkingen die dan grappig zijn voor anderen, maar niet voor mij. Dat moet maar niet, dus ik zeg, ach ik maak maar een grapje, maar ik kan de lach in mijn stem niet onderdrukken. Is echt heel, mooi probeer ik nog, maar geloofwaardig kom ik niet meer over, dus ik kijk naar buiten en zeg, “moet je kijken, daar komen ze aan, die parachutisten…………. “

Volgende week zegt hij, en hij wijst nog een keer naar mij….

Nog een paar week en dan is het zover. Denk je die mars wil ik toch wel eens horen, kom dan gerust eens luisteren en kijken op 11 mei bij ons optreden in de Hullen. Ik beloof je, ik zal echt me best doen….

Struisvogel politiek

De weegschaal staat hier al een paar dagen in de kamer, de batterijen zijn op. Tja dan kun je erop gaan staan, maar je gewicht geeft het ding niet aan. Ik het ding open gemaakt, blijkt dat er speciale batterijen in moeten. Hmm die heb ik natuurlijk niet in huis. Nou ja één voordeel heeft het wel, hoef ik ook niet te schrikken als ik er op ga staan. Ik weet dat ik flink aangekomen ben het laatste jaar. Ik ben nooit een spriet geweest, maar het is wel weer schrikbarend. Jaloers kan ik kijken naar mensen die een mooi slank figuur hebben. Jaloers op de dames die s morgens vroeg al in hun dure sport outfits door je straat heen rennen. Ik vind het knap, de discipline die ze hebben doe ik ze niet na. Ik heb het niet. Nu heb ik mijn voorgevel ook niet mee en iedereen die ik zie rond rennen heeft weinig tot geen voorgevel. Dus misschien ben ik toch niet gemaakt door onze lieve heer om te rennen.

Ik moet ook toegeven dat als ik slank zou zijn dat rennen sowieso niet mijn ding is. Ik bedoel waar geniet je van onderweg? Je rent alles voorbij met je muziek of je trainingsprogramma in je oren. Genieten van je omgeving of de vogelgeluiden die ’s morgens vroeg zo ontspannend klinken is er niet bij. Misschien rennen ze alle stress wel uit hun lijf, maken ze hun hoofd leeg voordat ze echt aan de dag beginnen. Ook daar kan ik wat jaloers op zijn. Als ik wakker word, zit alles nog in mijn hoofd. Misschien dat ik het toch als optie zou moeten overwegen, verlies ik ook gelijk wat kilo’s. Terwijl ik het denk, verdring ik ook de gedachte. Nee, toch maar niet. Ik moet wat meer de fiets pakken, dat lijkt me beter.

De weegschaal staat nog steeds in de kamer, ik kijk er nog eens naar. Er geen nieuwe batterijen in doen is natuurlijk ook een optie.
Alles willen weten maakt immers niet gelukkig. Of zou dat dan struisvogelpolitiek zijn? Beide opties is wat voor te zeggen, besluit ik. Mijn volslanke lijf bekijk in de spiegel, tja nee ziet er niet echt appetijtelijk uit. Ik loop maar weer gauw weg bij de spiegel. Ik hou mezelf voor dat ik wel iets afgevallen moet zijn, ik ben vanaf vorig weekend gestopt met van alles naar binnen te werken en heb mezelf maar op rantsoen gezet. Ben nu week onderweg en wil dit keer proberen vol te houden. Heb sowieso besloten het leven maar anders te gaan leven. Hoe? ik heb nog geen idee, maar ik ga er voor. In de hoek van de kamer glimt het zwarte glas van de weegschaal, ik kijk er naar, misschien toch vanmiddag maar nieuwe batterijen kopen….struisvogel politiek, nee dat is toch niks voor mij.

Leven en laten leven

Dat de winter bijna op het eind is, kun je merken aan alle bomen en planten die alweer zachtjes aan uitlopen zijn. Ik vind het zelf een periode van afsluiten en opnieuw beginnen. Af en toe hoor je weer vogels fluiten en zie ik merels in de tuin het druk hebben met regenwormen pikken uit de tuin. Voor hen een lekkernij, voor mij iets waarvan ik gruwel, maar ja ik ben natuurlijk ook geen merel. Twee merels vechten om dezelfde worm, is het strijd of zou het een liefdes dans zijn? Ik bekijk het tafereel van een afstandje. Ik denk toch strijd om de worm. Als liefde zo moet gaan, dat is niet goed, besluit ik. De dikke lange glibberige regenworm, bungelt uit de snavel van de ene Merel. Hem wacht een gruwelijke dood. Het arme beest. Dacht nog even hem te redden, maar hoe zou ik dat moeten doen? Ik bedenk me, als het laatste stukje worm door de merel naar binnen wordt gewerkt, dat ik zelf al aardig wat regenwormen heb onthoofd in mijn leven door het omspitten van de tuin. Leven en laten leven, is op mij zeker niet van toepassing. Zo kan ik mij een documentaire herinneren van monniken ergens in verweggistan, die er alles aan deden om mieren niet te storen met hun werkzaamheden en ze zelfs hielpen. Helaas zit ik iets anders in elkaar. De mieren uit het mierennest die mij vorig jaar steeds over de aanrecht liepen, heb ik om het leven geholpen door kokend water in het nest te gooien. Tja als leven en laten leven een plaag gaat worden, dan is de keuze snel gemaakt.

Maar omdat alles alweer uitloopt in de tuin, en de tuin een ravage is, doordat ik er sinds vorig jaar zomer niets meer aan heb gedaan, besluit ik toch maar mijn laarzen aan te doen en een rondje door de tuin te huppelen. Daar sta ik dan, met mijn bak en mijn trouwe vriend harkje en schoffeltje ineen. Ik kijk eens rond, het is wel erg gesteld met mijn tuin. Overal dorre takken, blad en overal riet, ja riet. Ik woon aan het water en het riet in het water is aardig weg, maar ieder jaar komt het naar boven in mijn tuin, en overal waar ik kijk zie ik rietsprieten omhoog komen. Dit is erg, hoe moet ik dit aanpakken? Ik besluit gewoon maar te beginnen. Maar de rietsprieten zijn heel erg. Eruit trekken lukt niet, uitgraven lukt ook niet, de wortels zitten te diep. Diegene die ooit hier de aarde heeft neergegooid heeft toch iets niet goed gedaan aan de bodem, besluit ik. Ik kreeg van een vriend het advies om de punten van het riet maar stuk te slaan. En daar ben ik nu mee bezig. Maar na 5 minuten schrik ik me dood, en zie het leven aan mij voorbij vliegen. Van mijn handhark/schoffeltje vliegt het schoffeltje af, rakelings langs mijn hoofd

Over leven en laten leven gesproken zeg, was ik er toch bijna niet meer geweest. Zag mezelf al liggen met een stuk ijzer in mijn hoofd. Hier ligt Jacq, die het leven heeft gelaten in haar dorre tuin. Mooie dood dat dan wel weer. Boem klap over, geen zorgen meer, geen gepieker, ook wel fijn. Maar ja kan mij voorstellen dat de achterblijvers daar niet zo op zouden reageren. Dus van de schrik bekomen raap ik het stuk ijzer op en bekijk het eens sip aan alle kanten. 16 jaar trouwe dienst voorbij, zonde hoor. Waar vind ik weer zon mooi fijn harkje met schoffeltje in één. Ik besluit met harkje verder te gaan, maar helaas dat werkt niet zoals ik graag zou willen. Toch maar naar de doe het zelf winkel. Maar een harkje met schoffeltje zoals ik had, hangt er niet. Ik koop maar een ander soort handschoffeltje, maar twijfel of het ding het gaat doen. maar als ik eenmaal weer in de tuin start, begin ik toch blij te worden, hij doet het wel en eigenlijk beter dan mijn oude verroeste harkje. Ik zet door en kom eindelijk een stukje verder in de tuin. Maar het begint te regen, he jakkes, ben je net bezig, komt er water uit de lucht. ik besluit toch maar door te zetten, van de regen is nog nooit iemand gesmolten. Eigenlijk best jammer, zou toch mooi zijn als er in eens een slanke Jacq uit de tuin kwam zetten. Tja dromen zijn bedrog, blijkt hier ook maar eens. Er zal er toch iets meer moeten gebeuren dan een buitje regen om de kilo’s er af te krijgen.

Ik besluit toch maar te stoppen, het regent nu wel erg hard. Ik bekijk tevreden de 1,5 meter die ik net gedaan heb. Op naar de volgende 25 meter en dan het andere stuk tuin nog en dan de voortuin nog. Om mijn oren zoemt een dikke hommel. Hey ga eens weg, ik ben geen bloemetje. Hij komt natuurlijk op mijn parfum af. Ik wapper wild heen en weer met mijn nieuwe gereedschap. En ineens hoor ik pok. Oh jee, ik heb de hommel ter aarde geslagen. Sorry, sorry, dat was niet mijn bedoeling. Ik kijk of hij nog leeft, en hij beweegt gelukkig nog. Ja, zeg ik tegen het beest, zit dan niet zo om mijn oren te zoemen, dat heb je er van. Opeens stijgt de hommel op en komt woest op mij af. Ik schrik, en bedenk mij dat met leven en laten leven de hommel waarschijnlijk ook niks heeft, zijn wraak zal zoet zijn………..rennen Jacq…..