Donder en bliksem

Afbeeldingsresultaat voor donder en bliksem

Na een dagje in Vlaardingen te zijn geweest bij mijn mams, is er ook weer een tijd van naar huis gaan. Het was een fijne dag, de zon scheen en het was warme dag, wel een windje en ze hadden gezegd dat er in de avond een buitje kon vallen met hier en daar wat onweer. Maar goed dat was niet hier waar ik was, dat was ergens anders. In de avond zou ik mijn reis van 2,5 uur terug naar Roden vervolgen en de reis begon goed, het was druk op de weg, maar te doen. Geen files en daar is al heel wat voor te zeggen.

De navigatie hoeft niet aan, maar staat toch aan, waarom weet ik eigenlijk niet, het stuk rij ik al jaren dus ik weet precies waar ik langs moet. Het eerste deel van de reis verloopt voorspoedig. Ik heb het hoofd vol en zit nog van alles te bedenken en te bespreken met mezelf. Zijn interessante gesprekken met jezelf, je hebt uiteindelijk altijd gelijk zonder dat er iemand een weerwoord heeft, en dat is voor de verandering ook wel eens fijn.

Maar zo rijdend begint de schemer toch al op te komen en als ik in de buurt van Almere kom, zie ik voor mij dreigende wolken en hevig flitsen. Oh jee die kant moet ik uit. Ach bedenk ik mij misschien valt het wel mee, vast zo over al ik daar ben. Maar het wordt steeds donkerde en dreigender. Opeens zie ik dat het verkeer een andere kant op moet. Ze zijn bezig met de weg en voorbij Almere is de hele snelweg af gezet. Ik volg het andere verkeer, maar waar we ook langs rijden terug naar de snelweg wordt het niet. Het donderen en bliksemen wordt steeds erger en ook de eerste dikke druppen beginnen naar beneden te vallen. Het dondert en bliksemt nu zo hard dat ik de neiging heb weg te duiken bij iedere klap die ik hoor. Ik ben niet bang uitgevallen, maar met dit slechte weer in de auto te zitten in je uppie, daar heb ik het toch niet zo op. 

Opeens zijn we bij een splitsing terecht gekomen, maar nergens kan ik bordjes van de wegomleiding vinden. Het plenst ondertussen ook zo hard dat het ook onmogelijk is wat te zien. Helaas heb ik ook nog steeds niet de ruiterwissers vervangen, dat had ik gisteren willen doen, omdat ze het niet meer goed wissen. Dus al met al is het moeizaam goed te zien. Ook zag ik vanmorgen vroeg bij het weggaan dat de achter ruiterwisser er triest bij hing. Het rubber bungelde bij de ruiterwisser langs. Dus ook daar heb ik niet zo veel aan nu. Maandag al een lekke band, en nu dit weer. Het gaat goed met mijn autootje. Ondertussen zie ik auto’s links en rechts gaan. Hmm waar moet ik nu heen? De navigatie zegt linksaf. En voor mijn richtingsgevoel denk ik ook dat dit juist is. Na een minuut of 10 rijden, zie ik borden richting Emmeloord, Aha denk ik, daar moet ik heen. Maar aangekomen bij de oprit, zie ik dat de oprit is afgesloten. Ohhh wat nu, nergens bordjes waar je dan heen moet. Ik rij nog een rondje op de rotonde en voel mij een beetje opgelaten. Welke kant moet ik nu heen, ik besluit links en kom vervolgens terecht op een industrieterrein.

Het gaat steeds harder en harder regenen. Op de weg rij ik door een rivier van water van een paar cm. Ook de klappen worden harder en komen steeds dichterbij. Aan de navigatie heb ik ook niks, die stuurt mij steeds dezelfde kant op. Eindelijk zie ik borden Harderwijk. Maar ja Harderwijk, dat ligt niet echt op weg naar huis. Weer terug de andere kant op. Ik heb de neiging de auto langs de kant te zetten en te wachten dat het onweer en de regen over is, maar ja misschien sta ik dan vannacht hier nog wel in the middle of nowhere. Nee dat is geen optie. Ik bel naar huis en zeg ik dat ik volgend jaar kerstmis misschien wel thuis ben als de benzine in de tank het tenminste zo lang vol hou.

Thuisfront heeft een idee en ik moet vervolgens mijn locatie aan zetten, dan zullen ze wel kijken waar ik langs moet. Ja hoor natuurlijk of dat gaat werken. Vervolgens gaan ze verder op wattsapp. Ook handig, ik kan toch helemaal niet lezen en rijden en helemaal niet in dit vreselijke weer. Vijf tellen later bedenken ze dit ook en word ik gebeld. Je moet de andere kant op. Andere kant zeg ik? Ja roepen ze in koor. Ik zeg, dat kan niet dat is afgesloten. Ik zeg laat maar, dit werkt niet. Ik zie een grote vrachtwagen en zeg dat ik daarachter aan ga rijden. Ik kan mij niet voorstellen dat hij op dit tijdstip bij een één of andere boerderij moet zijn. Thuisfront zegt dat ik dat niet moet doen. Ik zeg, ik zie wel waar ik terecht kom, ik kan hier ook niet heen en weer blijven rijden. De vrachtwagen weet de weg besluit ik, moet gewoon. Ik kachel achter de vrachtwagen aan over kleine weggetjes. Achter mij is het ook druk, dus ik denk dat iedereen hetzelfde denkt, hup achter de vrachtwagen aan. Of zouden ze gewoon wel weten waar ze langs moeten? Na een hele tijd rijden, zie ik links de snelweg liggen, daar moet ik heen. Maar opeens neemt de weg een bocht naar rechts en i.p.v. naar de snelweg toe, rij ik er steeds verder vandaan. Opeens een T-spiltsing, en vanuit daar zie ik dat eindelijk de navigatie het weer goed oppakt en naar de snelweg lijdt. Gelukkig het komt goed, thanks vrachtwagen.

Eindelijk vervolg ik mijn weg richting huis. Het dondert en bliksemt nog steeds en ook het water op de weg is een paar cm. Het blijft goed de aandacht erbij houden. Bij Joure krijg ik kramp in mijn voet. Ook dat nog, ik probeer wat met mijn voet heen en weer te wiebelen. Het werkt niet. Ik kan nergens stoppen, zucht het zal ook eens goed gaan. Tijdens het rijden wurm ik mij uit mijn schoen en rij op mijn sok maar verder. De kramp zakt langzaam weg. Eindelijk thuisgekomen strompel ik op één schoen en sok het huis binnen. Het is al over elven, Ik krijg een warm welkom en plof neer op de bank. Het thuisfront is echter binnen paar minuten verdwenen. Ik zeg waar gaan jullie heen? We hebben gewacht op jou, je bent er dus kunnen we nu naar bed. Oh zeg ik……gezellig…  

Ik zit nog even in mijn uppie op de bank, hoor nog één harde knal, maak een rare beweging, en gooi vervolgens mijn glas met drinken om. Ook dat nog, bij het halen van een doekje breek ik mijn nek over mijn eigen tas en hoor ik nog een harde onweersknal. Ik zwaar geïrriteerd door alles, roep naar boven en zeg dat het nu wel klaar is met al dat lawaai.

Dat had ik eerder op de avond moeten doen, ik hoor niks meer…….

De Belgische parachutisten

Als je er nog nooit van gehoord hebt, dan neem ik je dat niet kwalijk. Het ding stamt van net na de oorlog en is een geschreven als eerbetoon aan de Belgische parachutisten in de oorlog. Een mooie gedachte, dat zal ik zeker niet ontkennen. Het is ook een wereldberoemde mars. Een Mars? Ja een mars, een muziekstuk. Dus niet één die je opeet, maar één die je misschien zou spelen als je net als ik, in een harmonieorkest speelt. Ik kende ‘m niet, tenminste ergens vaag kwam wel de melodie bekend voor. Maar dat wij de mars zelf moesten gaan spelen in het orkest, tja dat had ik toch niet bedacht. Ik vind spelen bij het orkest echt leuk en de nummers die we spelen zijn meestal ook leuk, alleen deze…..tja…..

Ik had ergens de hoop dat we een moderner stuk zouden spelen voor 4 mei, maar helaas, het mocht niet zo zijn. Natuurlijk goed gekozen richting 4 mei, maar het is echt lastig om het nummer om goed te spelen. Aan het geroezemoes van mijn mede orkestleden te horen, delen ze dezelfde mening op een enkeling na. Ten eerste is het al amper te lezen, de stukken bladmuziek van de parachutisten stammen volgens mij ook uit de tijd dat ze naar beneden kwamen. En extreem klein, zodat je een dubbele leesbril nodig hebt om de noten te kunnen lezen. Dus thuis het ding maar eerst maar eens vergoot, maar ja dan volgt het probleem dat de lijnen van de notenbalk zo zijn vervaagd dat ik eerst alles moest gaan ontcijferen wat er stond. Is een klein beetje gelukt, maar het blijft moeilijk te lezen, en dat is dan weer lastig spelen. Als je een natuurtalent bent qua muziek spelen, dan zul je er misschien niet zo’n moeite mee hebben, maar ik, een amateurtje die alle zeilen bij moet zetten om überhaupt mee te komen, vind het lastig.

De dirigent van ons orkest, is super enthousiast, gek op marsen en deze vindt hij geweldig. Op mijn vraag wie het geweldige ding uit een donkere oude kast had getrokken, stak hij enthousiast zijn hand op. O zeg ik, zat al te mopperen op de muziekcommissie. Daar zit ik ook bij, zegt hij. Oh vandaar denk ik, maar zeg dat niet hardop.  Maar omdat ik mijn ongenoegen over het geweldige nummer niet onder stoelen en banken wil steken, zeg ik tegen hem; “heeft je moeder je niet verteld dat je aan sommige dingen niet mag komen, dat je donkere oude kasten gewoon dicht moet laten zitten”? Hij keek mij aan, met één dichtgeknepen oog en wees met zijn vinger mijn kant op. “Volgende week, zou ik maar oppassen als ik jou was”. Oeps, ik had geloof ik beter mijn mond kunnen houden. Soms floepen er wel eens dingen uit. Jacq, zeg ik tegen mezelf, dit was nu niet echt handig, maar het leed is al geschiet.

Hij vervolgt zijn verhaal, ik zou als ik jou was nog maar goed oefenen, ik weet je te vinden. Oeps…..dan weet ik het wel, dan kan ik straks met mijn sectie (me, myself and I) een aantal maten alleen doen, of krijg allerlei opmerkingen die dan grappig zijn voor anderen, maar niet voor mij. Dat moet maar niet, dus ik zeg, ach ik maak maar een grapje, maar ik kan de lach in mijn stem niet onderdrukken. Is echt heel, mooi probeer ik nog, maar geloofwaardig kom ik niet meer over, dus ik kijk naar buiten en zeg, “moet je kijken, daar komen ze aan, die parachutisten…………. “

Volgende week zegt hij, en hij wijst nog een keer naar mij….

Nog een paar week en dan is het zover. Denk je die mars wil ik toch wel eens horen, kom dan gerust eens luisteren en kijken op 11 mei bij ons optreden in de Hullen. Ik beloof je, ik zal echt me best doen….

Struisvogel politiek

De weegschaal staat hier al een paar dagen in de kamer, de batterijen zijn op. Tja dan kun je erop gaan staan, maar je gewicht geeft het ding niet aan. Ik het ding open gemaakt, blijkt dat er speciale batterijen in moeten. Hmm die heb ik natuurlijk niet in huis. Nou ja één voordeel heeft het wel, hoef ik ook niet te schrikken als ik er op ga staan. Ik weet dat ik flink aangekomen ben het laatste jaar. Ik ben nooit een spriet geweest, maar het is wel weer schrikbarend. Jaloers kan ik kijken naar mensen die een mooi slank figuur hebben. Jaloers op de dames die s morgens vroeg al in hun dure sport outfits door je straat heen rennen. Ik vind het knap, de discipline die ze hebben doe ik ze niet na. Ik heb het niet. Nu heb ik mijn voorgevel ook niet mee en iedereen die ik zie rond rennen heeft weinig tot geen voorgevel. Dus misschien ben ik toch niet gemaakt door onze lieve heer om te rennen.

Ik moet ook toegeven dat als ik slank zou zijn dat rennen sowieso niet mijn ding is. Ik bedoel waar geniet je van onderweg? Je rent alles voorbij met je muziek of je trainingsprogramma in je oren. Genieten van je omgeving of de vogelgeluiden die ’s morgens vroeg zo ontspannend klinken is er niet bij. Misschien rennen ze alle stress wel uit hun lijf, maken ze hun hoofd leeg voordat ze echt aan de dag beginnen. Ook daar kan ik wat jaloers op zijn. Als ik wakker word, zit alles nog in mijn hoofd. Misschien dat ik het toch als optie zou moeten overwegen, verlies ik ook gelijk wat kilo’s. Terwijl ik het denk, verdring ik ook de gedachte. Nee, toch maar niet. Ik moet wat meer de fiets pakken, dat lijkt me beter.

De weegschaal staat nog steeds in de kamer, ik kijk er nog eens naar. Er geen nieuwe batterijen in doen is natuurlijk ook een optie.
Alles willen weten maakt immers niet gelukkig. Of zou dat dan struisvogelpolitiek zijn? Beide opties is wat voor te zeggen, besluit ik. Mijn volslanke lijf bekijk in de spiegel, tja nee ziet er niet echt appetijtelijk uit. Ik loop maar weer gauw weg bij de spiegel. Ik hou mezelf voor dat ik wel iets afgevallen moet zijn, ik ben vanaf vorig weekend gestopt met van alles naar binnen te werken en heb mezelf maar op rantsoen gezet. Ben nu week onderweg en wil dit keer proberen vol te houden. Heb sowieso besloten het leven maar anders te gaan leven. Hoe? ik heb nog geen idee, maar ik ga er voor. In de hoek van de kamer glimt het zwarte glas van de weegschaal, ik kijk er naar, misschien toch vanmiddag maar nieuwe batterijen kopen….struisvogel politiek, nee dat is toch niks voor mij.

Leven en laten leven

Dat de winter bijna op het eind is, kun je merken aan alle bomen en planten die alweer zachtjes aan uitlopen zijn. Ik vind het zelf een periode van afsluiten en opnieuw beginnen. Af en toe hoor je weer vogels fluiten en zie ik merels in de tuin het druk hebben met regenwormen pikken uit de tuin. Voor hen een lekkernij, voor mij iets waarvan ik gruwel, maar ja ik ben natuurlijk ook geen merel. Twee merels vechten om dezelfde worm, is het strijd of zou het een liefdes dans zijn? Ik bekijk het tafereel van een afstandje. Ik denk toch strijd om de worm. Als liefde zo moet gaan, dat is niet goed, besluit ik. De dikke lange glibberige regenworm, bungelt uit de snavel van de ene Merel. Hem wacht een gruwelijke dood. Het arme beest. Dacht nog even hem te redden, maar hoe zou ik dat moeten doen? Ik bedenk me, als het laatste stukje worm door de merel naar binnen wordt gewerkt, dat ik zelf al aardig wat regenwormen heb onthoofd in mijn leven door het omspitten van de tuin. Leven en laten leven, is op mij zeker niet van toepassing. Zo kan ik mij een documentaire herinneren van monniken ergens in verweggistan, die er alles aan deden om mieren niet te storen met hun werkzaamheden en ze zelfs hielpen. Helaas zit ik iets anders in elkaar. De mieren uit het mierennest die mij vorig jaar steeds over de aanrecht liepen, heb ik om het leven geholpen door kokend water in het nest te gooien. Tja als leven en laten leven een plaag gaat worden, dan is de keuze snel gemaakt.

Maar omdat alles alweer uitloopt in de tuin, en de tuin een ravage is, doordat ik er sinds vorig jaar zomer niets meer aan heb gedaan, besluit ik toch maar mijn laarzen aan te doen en een rondje door de tuin te huppelen. Daar sta ik dan, met mijn bak en mijn trouwe vriend harkje en schoffeltje ineen. Ik kijk eens rond, het is wel erg gesteld met mijn tuin. Overal dorre takken, blad en overal riet, ja riet. Ik woon aan het water en het riet in het water is aardig weg, maar ieder jaar komt het naar boven in mijn tuin, en overal waar ik kijk zie ik rietsprieten omhoog komen. Dit is erg, hoe moet ik dit aanpakken? Ik besluit gewoon maar te beginnen. Maar de rietsprieten zijn heel erg. Eruit trekken lukt niet, uitgraven lukt ook niet, de wortels zitten te diep. Diegene die ooit hier de aarde heeft neergegooid heeft toch iets niet goed gedaan aan de bodem, besluit ik. Ik kreeg van een vriend het advies om de punten van het riet maar stuk te slaan. En daar ben ik nu mee bezig. Maar na 5 minuten schrik ik me dood, en zie het leven aan mij voorbij vliegen. Van mijn handhark/schoffeltje vliegt het schoffeltje af, rakelings langs mijn hoofd

Over leven en laten leven gesproken zeg, was ik er toch bijna niet meer geweest. Zag mezelf al liggen met een stuk ijzer in mijn hoofd. Hier ligt Jacq, die het leven heeft gelaten in haar dorre tuin. Mooie dood dat dan wel weer. Boem klap over, geen zorgen meer, geen gepieker, ook wel fijn. Maar ja kan mij voorstellen dat de achterblijvers daar niet zo op zouden reageren. Dus van de schrik bekomen raap ik het stuk ijzer op en bekijk het eens sip aan alle kanten. 16 jaar trouwe dienst voorbij, zonde hoor. Waar vind ik weer zon mooi fijn harkje met schoffeltje in één. Ik besluit met harkje verder te gaan, maar helaas dat werkt niet zoals ik graag zou willen. Toch maar naar de doe het zelf winkel. Maar een harkje met schoffeltje zoals ik had, hangt er niet. Ik koop maar een ander soort handschoffeltje, maar twijfel of het ding het gaat doen. maar als ik eenmaal weer in de tuin start, begin ik toch blij te worden, hij doet het wel en eigenlijk beter dan mijn oude verroeste harkje. Ik zet door en kom eindelijk een stukje verder in de tuin. Maar het begint te regen, he jakkes, ben je net bezig, komt er water uit de lucht. ik besluit toch maar door te zetten, van de regen is nog nooit iemand gesmolten. Eigenlijk best jammer, zou toch mooi zijn als er in eens een slanke Jacq uit de tuin kwam zetten. Tja dromen zijn bedrog, blijkt hier ook maar eens. Er zal er toch iets meer moeten gebeuren dan een buitje regen om de kilo’s er af te krijgen.

Ik besluit toch maar te stoppen, het regent nu wel erg hard. Ik bekijk tevreden de 1,5 meter die ik net gedaan heb. Op naar de volgende 25 meter en dan het andere stuk tuin nog en dan de voortuin nog. Om mijn oren zoemt een dikke hommel. Hey ga eens weg, ik ben geen bloemetje. Hij komt natuurlijk op mijn parfum af. Ik wapper wild heen en weer met mijn nieuwe gereedschap. En ineens hoor ik pok. Oh jee, ik heb de hommel ter aarde geslagen. Sorry, sorry, dat was niet mijn bedoeling. Ik kijk of hij nog leeft, en hij beweegt gelukkig nog. Ja, zeg ik tegen het beest, zit dan niet zo om mijn oren te zoemen, dat heb je er van. Opeens stijgt de hommel op en komt woest op mij af. Ik schrik, en bedenk mij dat met leven en laten leven de hommel waarschijnlijk ook niks heeft, zijn wraak zal zoet zijn………..rennen Jacq…..

De vloerploeg

DSC_9976

Dat je kind een hobby heeft, dat is leuk. Dat je je zelf aanmeld om bij die zelfde vereniging hier en daar wat te helpen ook leuk. Maar waar het begon met af en toe wat doen, is dit helaas iets wat uit de hand gelopen. Geeft niet, doe ik zelf. Vind vele dingen leuk om te doen, andere wat minder, maar om daar andere mensen voor te vinden is net als bij iedere vereniging lastig.

Zo zit mijn dochter van 14 bij de colorguards bij de muziekvereniging in Roden, een super leuke sport waar ze veel plezier aan beleefd. En als dochters het naar haar zin heeft, dan heeft moeders het ook naar haar zin. Ik kijk graag naar de sport en vind het ontzettend knap wat er neergezet wordt. Een hele kunst zo kan ik wel vertellen, dansen met vlaggen, sabels en rifles. Een sport die vanuit Amerika naar Nederland is over gewaaid. Al heel, heel lang geleden. En toch zijn er nog steeds mensen die niet weten wat colorguard is. Maar goed, ik verdiep me ook niet in voetbal en de regels hiervan. Met 22 man of vrouw op het veld achter één bal aanrennen, tja ik heb er niks mee.  Ik weet 90% van de Nederlanders heeft er alles mee, ik niet, het interesseert me niet. Ik weet niet eens wie er in het Nederlands elftal spelen. Is dat erg? Nee, ik heb er geen last van. Ik zit bij de muziekvereniging en dat vind ik leuk.

Maar goed, bij de colorguard horen vrijwilligers, om bijvoorbeeld te helpen met kleding maken, of in dit geval te helpen bij de vloerploeg. De meiden dansen op een witte ondervloer, die giga groot is en je met meerdere mensen moet neerleggen. Omdat we mensen te kort hadden, ben ik in januari gaan lobbyen bij leden van onze showband en ouders. Uiteindelijk hebben we een team bij elkaar gekregen.

Een team van superleuke mensen, maar met weinig tot geen ervaring. Ik loop al aardig wat jaren mee, maar ook ik heb geen ervaring met vloer leggen, ik was voor de decorstukken en begeleiding van de meiden. Maar ja bij gebrek aan, Jacq ook maar mee in de vloerploeg. Nu zou je denken, appeltje eitje, zo moeilijk is dat toch niet. Nou kan je wel vertellen, dat het zo simpel ook niet is. Je draait als vloerploeg mee in de wedstrijd, alles moet op tijd anders krijg je strafpunten. Je mag niet voordat de tijd loopt over de startlijn, anders heb je al een probleem. En ligt de vloer niet goed, dan hebben de meiden een probleem. Na de show moet je vliegensvlug de vloer over de middenlijn krijgen anders komt het ook niet goed. Dus er komt best wel wat bij kijken.

Vanuit ons gloednieuw team, twee captains aangesteld, nou ja aangesteld, ze hebben zich maar aangeboden anders hadden we teveel kapiteins op een schip, en kan je wel vertellen dat we dan zinkende waren. Dus twee mannen, met ook nog dezelfde voornaam, om het makkelijk te houden, namen het voortouw. Mooi om te zien, overleg werd er gehouden en planningen werden op papier uitgewerkt.

We gingen er voor, de eerste wedstrijd was inzicht en na een paar maal oefenen dachten we het toch aardig te weten. Helaas alles wat op die eerste wedstrijd verkeerd kon gaan, ging verkeerd. Bij ons, maar ook bij de meiden. De muziek was te laat ingeleverd, er was geen speakertekst, één van onze groepen bleef achter de coulisse staan, terwijl ze op moesten, de andere groep was te traag met hun spullen neerleggen en bij twee leden zat de kleding niet goed, zodat ze in hun bh stonden, en wij waren te langzaam met de vloer en nog iets vaags, zodat we strafpunten kregen. Verder moesten er twee personen naar de EHBO, wegens flauwvallen, dus al met al een enerverende dag, wel een onwijs gezellige maar ook een zwarte dag in mijn colorguard geschiedenis.

Volgende contest was Wijchen, een leuke dag, waar eigenlijk alles best wel redelijk ging, en we ontzettend veel lol hebben gehad onder elkaar, en ik kan wel zeggen dat de busreis terug wel het leukste was. Toen kwam Almere, wat ook goed verliep en super gezellig was.

Daarna twee week later contest Leeuwarden. Leeuwarden met een ander soort sportzaal, een lange smalle zaal. Dus anders dan andere zalen. Een zaal waar je ook de vloer anders moet neerleggen omdat het anders niet past. Waarom ze dan gaan voor zo’n zaal, geen idee. Er zal wel een achterliggende gedachte achter zitten, één die ik niet snap. Feit wil dat de vloer anders uitgelegd moet worden. Aiii, daar gaan we, eerste overleg via de app, tweede overleg met een aantal face to face. Conclusie blijft hetzelfde, het moet anders. Maar op de dag dat we vloer anders gaan opvouwen, zegt instructie ons dat het niet nodig is, dat het zo ook wel kan, waardoor de vloer op de oude manier in Leeuwarden aankomt. Wat is nu wijsheid en wat gaan we doen. Ik word er toch wel een beetje peu nerveu van.

Toch maar weer de neuzen bij elkaar, pen en papier erbij. Vloer toch maar anders opvouwen. Dus in de bijhal, worden de twee vloeren anders opgevouwen. Als ik het zo van afstandje bekijk, is het net een wasmiddel reclame van tig jaar geleden. Het witte doek (dik zeil) wordt zorgvuldig gevouwen, en op een kar gelegd. Het ding is ontzettend zwaar en voor mensen met een blaasprobleem, ik dus, niet echt fijn als je het zwaarste deel op de kar moet leggen, dus afgesproken dat hoefde ik niet te doen.

Al met al is het best dingetje die vloer, tenminste dat vindt ik. De captains staan er rustig bij en bekijken het heel anders, heel relaxed. En waar hebben we het over, het is alleen maar vloer leggen. De meiden moeten hun show doen, die moeten laten zien wat ze kunnen. Maar toch had ik een knoop in de maag toen we uiteindelijk achter de gordijnen stonden en ik één van de captains weer met z’n papier zag wapperen. Tevens kwam er een kleine discussie op gang bij andere vloerploegleden over het vloer leggen. Hé jongens hier word de knoop in mijn maag niet beter van. Ik kijk van de ene captain naar de andere captain. De ene stond nog druk te zwaaien met zijn papier, de ander stond er rustig bij. Aan de rustige captain vraag ik, het komt toch echt wel goed hé?, wijzend op het groepje en de man die nog steeds druk staat te wapperen met zijn papier. Hij kijkt en heeft een glimlach op zijn gezicht, ja hoor, zegt hij het komt heus goed. Oke zeg ik, dan vertrouw ik daar maar op.

Moment suprême gaat gelukkig alles goed, we zijn super snel, het enige wat ik me afvraag hoe het kan dat ik met opvouwen opeens aan het einde van de vloer sta. Nou ja geen idee, maakt niet uit, vloer oppakken en rennen. Mijn blaas moet het toch maar even houden, de wc is dichtbij.  Nu nog wachten op de uitslag. We zijn blij verrast als ze 5e van de 8 zijn geworden, met meer punten dan vorig contest. Ook wij als vloerploeg hebben het goed gedaan, geen strafpunten.

Nu op naar Eindhoven waar de Finals zullen plaatsvinden. Via loting werd bekend gemaakt wanneer de meiden mogen performen. Echt vrolijk worden we niet van het tijdstip, betekend dat we om 03.40 uur in de ochtend uur gaan verzamelen.

Pfffff, zo fijn dat je kind een hobby heeft…….

Een beetje op zoek

Sinds dat de relatie van mijn dochter strandde en ze nu een jaar alleen is, is ze een klein beetje aan het rondkijken naar een leuke jongen. Op zoek, zo zullen we niet zo zeggen. Wel zou het leuk voor haar zijn als ze er één tegen het lijf liep. Een leuke, spontane, lieve jongen, ééntje die bij haar past. Super knap hoeft niet, maar wel een beetje verzorgd. Je weet wel zo één die bij iedereen en zelfs bij schoonmoeders in de smaak zouden vallen. Iets wat waarschijnlijk niet bestaat, maar als moeder mag je toch dromen voor het geluk van je dochter. Ik gun het haar, ik gun haar de liefde van haar leven.

Nu zit ze op Tinder, ik had er van gehoord, maar wist niet precies wat en hoe het werkte, ze heeft me uitgelegd, je ziet foto’s van mannen/jongens in de leeftijdscatagorie die je zelf uitkiest, en als je denkt die is leuk, dan swipe je. Je leest het goed “swipe”, ik wist eerst ook niet wat het was. Je schuift de foto naar rechts, dan zegt de app dat je die jongen leuk vind. Vind je het niks, swipe je naar links. Het is net een winkel even shoppen naar een leuke knul. Toch wel slim bedacht. Het leek mij erg grappig om te doen, dus vroeg ik: oh mag ik ook eens kijken hoe dat werkt” en voordat dochterlief het in de gaten had, was mams al aan het swipen op dochters telefoon. Hilarisch dat kan ik wel zeggen. “Dat is niks, die is leuk, die gaat, die is eng, die is te macho, die is super leuk, nee die heeft te veel tattoos en daar heb ik niks mee”. Hallo! roept mijn dochter, jij niet, maar ik wel. Nee joh zeg ik, deze niet en laat hem zien. Een jongen vol tattoos en ook niet moeders mooiste. Ze ligt in een deuk, ze moet me gelijk geven, dat was niks. Maar zegt ze, misschien is ie wel hartstikke lief. Vast zeg ik, maar met zo één mag je niet thuis komen. Ze moet nog harder lachen, jij bent erg zegt ze. Nee hoor zeg ik, ik heb Tinder niet bedacht, ik kom nog uit het tijdperk dat je iemand ontmoette in een jongerensociëteit of kroeg. Ik ga gewoon mee met de bedoeling van Tinder, naar rechts leuk, naar links dat vinden we niks.

Ondertussen kijken haar zussen vermakelijk met mij mee. Opeens kom ik een jongen tegen die ik wel wat vindt. Ik heb er één, zeg ik. Laat eens kijken, zegt mijn oudste Mijn jongste ligt helemaal plat onder de tafel van het lachen. Niet naar rechts swipen zegt mijn oudste, niet doen hoor. Ik doe niks en laat hem zien. Het is even stil…..nou zeg ik? Tja die is wel leuk, zegt ze. Oké dan swipe je naar rechts, Ja daaaag roept ze. Ik laat de foto nog aan mijn andere dochters zien en allen zeggen ze jaaaa. Ik swipe naar rechts. Wat doe je nou, zegt ze? Ik? Ik regel een date voor jou. Een hilarisch gelach van de dochters schalt door het huis. Na bijgekomen te zijn van het lachen krijgt ze een berichtje………..ze heeft een match.

Nu heeft ze al twee dates gehad via Tinder, en de heren zagen het zitten. mijn dochter niet. De één was best aardig, en heus geen raar persoon, maar er was vanuit haar geen klik. De tweede die was erg bijzonder. Hij reed rond in een dikke auto en wilde imponeren. Hij wilde graag een keer afspreken. Mijn dochter leek het wel leuk en hij was ook heel erg aardig, te aardig. Ze hadden bij haar thuis afgesproken. Iets wat ik bij voorbaat al niet zo verstandig vond.

Ik nog gezegd waarom spreek je niet af op neutraal terrein? Waarom bij je thuis? Nou zegt ze, als het niks is zet ik hem mijn huis uit. Ik kijk bedenkelijk, en zeg; ik vindt het maar niks. Ze vervolgt, ach mam doe niet zo ouderwets. Ik moest van jou op Tinder. Van mij? nee dat is niet waar, daar zat je al op zeg ik. En je moeder maakt af en toe grapjes, dat weet je toch wel? Ik moet me geen zorgen maken, alles kwam goed. We spreken af dat als er wat is dat ze een alarm bericht stuurt, dan zouden we zo op de stoep staan.

De jongeman belde aan en toen ze deur open deed en hij haar begroette, wist ze het meteen………….dit is hem niet….. Zijn plat Amsterdams accent, zijn geur en het sluike haar. Nee, nee, en nog eens nee. Maar goed hij stond er en je kunt dan ook niet de deur voor zijn neus dicht doen. Dat is onbeleefd, dat heeft je moeder je niet geleerd. Moeder had zeker wel het advies gegeven om de deur weer dicht te doen met rare types, maar ja ze vond dat ze het niet kon maken. Een kopje koffie kon geen kwaad.

Na zijn kopje koffie, kwam hij toch wel verdacht dichtbij haar zitten. En op zijn plat Amsterdams zei hij “Goh wat ben je mooi en wat heb je mooi haar” Mijn dochter, de nuchterheid zichzelf, schiet in de lach en zegt dank je wel. Hij vervolgt; mag ik met je haar spelen? Met mijn haar spelen? Zijn Amsterdams accent galmt nog na in haar oor, en voordat ze het in de gaten heeft, zit hij met zijn hand in haar haar. Doe maar niet zegt ze, en staat snel op, wil je nog wat drinken? Ze hoopt dat hij nee zegt en gaat, maar hij wil nog wel een drankje. Zullen we een film kijken vraagt hij? Ik kan hier ook wel blijven slapen als je dat goed vindt. Blijven slapen? Ho dit gaat wel heel erg rap. Ze kijkt hem aan, en zegt nou nee, dat vindt ik niet goed. Jammer hoor zegt hij. Als ze hem even later op een nette manier toch de deur weet uit te werken, sluit ze de deur en draait deze op slot. Even bijkomen van deze vreemde snuiter. Ze ploft neer op de bank en denkt morgen maar eff langs mams om te vertellen dat ze tinder voorlopig maar achter zich laat. wat een rare snuiters staan erop.

Een onvoldoende

Dochterlief van 14 belt. Mama ik heb ………., een hoop giebel stemmen op de achtergrond en veel geruis. Ik versta er niets van. De verbinding wordt verbroken. Ze belt weer terug, mama ik heb een onvoldoende. Oh zeg ik, voor welk vak? Natuurscheit-kunde giert ze door de telefoon. Ik kan er de humor niet echt van inzien. Ze heeft eigenlijk nooit onvoldoendes, en schrik er een beetje van.

Ernstig vraag ik? Nogal zegt ze. Een 4,1. Ik zeg zo, hoe komt dat? Weet ik veel zegt ze, ik snap er geen bal van. Heb je wel goed geleerd? Mag je m overdoen? Nee zegt ze. Ik zeg; o dat vindt ik niet zo leuk. Ze wordt boos en zegt daaaaag en hangt op. Thuis gekomen hebben we het er nog even over. Zegt ze: ik vind het wel erg hoor dat jullie zo doen. Die daar en ze wijst naar haar zus, die kwam steeds met onvoldoendes thuis en daar zeiden jullie altijd van; je hebt je best gedaan en het komt wel goed. Het is even twee tellen stil, ik kijk mijn man aan. De zus van de onvoldoendes schiet in de lach en kijkt met een olijke blik de tafel rond. Ja zegt mijn jongste, dat is toch niet eerlijk. Ook wij schieten in de lach. Nee, zeg ik, je hebt wel gelijk, maar wij zijn dat van jou niet gewend.

Mag je m echt niet over doen?, probeer ik nog, kijkend op haar cijferlijst in mijn telefoon, waar de 4,1 in een rode kleur staat te schitteren tussen de andere mooie cijfers. Zie dat het ding ook nog twee keer mee telt. Nee zegt ze. Jammer, erg jammer zeg ik. Kun je de docent niet overhalen? Ja zegt ze; ik ga naar meneer toe en zal smeken; mijn moeder vind het zo erg dat ik een onvoldoende heb, mag ik ‘m niet overdoen? Wat denk je dat meneer zegt? Mama accepteer het dat ik een keer een onvoldoende heb.

Tja, er zit helaas niks anders op geloof ik…

Mam, ik wil een tattoo!

Tegenwoordig heeft bijna iedereen een tatoeage, of laat er één zetten. Vrij jonge mensen zie je met vol getekende armen rondlopen. Dan denk ik, vond je moeder dat goed? Of heb je het stiekem gedaan? Of zeiden je ouders; kind als jij dat leuk vindt, dan doe je dat toch. Iedereen moet zelf weten wat hij of zij doet, maar vind persoonlijk dat meiden en jongens wel erg jong een tatoeage laten zetten.

Ik hoop maar dat ze er geen spijt van krijgen, het kan er immers niet meer af. Het is geen plakplaatje wat je bij de kauwgom krijgt. Bij ons bij de muziekvereniging is het ineens in, dat we een muzieksleutel of muzieknoot op onze arm laten tatoeëren. Tja ik vind muziek maken, voor zover dat lukt, ontzettend leuk om te doen, maar vindt het ver gaan om dit te laten vereeuwigen op mijn arm of been.

Ik weet het, klinkt knap ouderwets en moet wellicht met mijn tijd meegaan, maar heb er echt niks mee. Ik vind het wel knap en ook best mooi wat tatoeëerders maken, maar dat het nooit meer van je lijf afgaat, dat vind ik echt een dingetje. Mensen vergeten dat als je 80 wordt, dat je nog steeds met dat ding loopt, wat je 100 jaar geleden hebt laten zetten. Misschien vind je het dan ook nog mooi, zou best kunnen. Ik ben persoonlijk van mening dat het nu een modegrill is.

Alhoewel de oorsprong van de tatoeage al ver voor onze tijd te vinden is. Zo vond men op een Egyptische mummie van 4000 jaar voor christus een tatoeage. En in een gletsjer in de Italiaanse Alpen vond men een man die 57 tatoeages had, hij leefde 5300 jaar geleden. De ontdekkingsreiziger James Cook bracht de tatoeage naar Europa, door een getatoeëerde Polynesiër mee te nemen naar Londen. De arme Polynesiër heeft vast niet geweten wat hem overkwam. Bij stamculturen werd tatoeëren gebruikt om aantegeven bij welke stam je hoorde en welke positie je had in de stam, maar ook wel gebruikt om te camoufleren tijdens de jacht. Voor de blanke Europeanen in die tijd een bijzondere ontdekking.

En nu komt het. Gisteravond bij de lasagne zegt mijn dochter van 16; mam, ik ben bijna jarig, ik wil een piercing in mijn oor en als dat niet mag dan wil ik een tattoo van een olifant op mijn pols. Een heel klein olifantje. De lasagne die ik altijd zo lekker vind, smaakt ineens raar en ik laat mijn vork zakken. Ik zeg: olifanten zijn altijd groot.  En denk aan de olifant die van de week was ontsnapt en in een voortuin van mensen de perenboom aan het leegeten was. Lijkt mij wel een hele bijzondere ervaring, een olifant in je voortuin, bedenk ik mij. Ik word wakker uit mijn gepeins door de stem van mijn 16 jarige dochter, ze vervolgt en zij wil er ook één, ze wijst naar mijn oudste dochter. Ik kan de complottheorie die ze samen hebben bedacht van hun gezicht aflezen. En een stille lol dat ze hebben. Ja zegt mijn oudste dochter, ik ben 22 en volwassen en kan doen en laten wat ik wil.

Ze pakt haar telefoon en laat mij zien op welke plekken in haar oren ze nog gaatjes erbij wil. En op haar arm wil ze dan een tattoo.  Ze heeft laatst een gaatje laten bijzetten wat onder de piercings valt. Ik vind het niks, zij vindt het geweldig. Het deed wel erg zeer, dus ha dan denk je, dat doet ze niet weer en laat het een waarschuwing zijn. Maar onder het mom, wie mooi wil zijn moet pijn lijden zet ze door.

Omdat ik graag mijn lasagne wil verder eten, zeg ik tegen mijn dochter van 16, dat ze nu nog te jong is voor een tattoo en bij welke stam ze dan hoort?  Ze kijkt me raar aan en tegen mijn oudste dochter zeg ik, dat ze haar geld wel beter kan gebruiken. Beide liggen ze in een deuk van het lachen. Mijn oudste zegt, is ook zo makkelijk om jou op de kast te jagen. Uiteindelijk kan ook ik niet zonder lach mijn lasagne op eten. Bij het toetje zegt mijn 16-jarige, maar mam serieus, ik wil echt een tattoo, ja zegt mijn oudste ik ook…. Ik kijk van de één naar de ander en slaak een diepe zucht… kinderen…..

Voor nu is de kous even af, maar ben bang dat ook hier de tatoeage uiteindelijk zijn intrede gaat doen…….

Eigenwijs

Als ik na een rit van 2,5 uur bij het huis van mijn ouders aankom, zie ik mijn moeder al voor het raam bij het balkon staan. Gauw loopt ze naar deur van de lift. Ik doe de liftdeur open en zie haar blije gezicht. Ik ben ook blij haar weer te zien. Na een dikke smakkerd en omhelzing, merk ik dat ze helemaal buiten adem is. Ik zeg streng, wat heb je gedaan? Mijn moeder haar longen zijn versleten en moet ‘snachts de slang van de zuurstof in. Ja zegt ze hijgend, mijn hulp kwam niet. Ik zeg, kom we gaan eerst naar binnen. Onderweg van de gang naar de woonkamer wil ze verder met haar verhaal maar het gaat niet. Eerst zitten, hijgt ze. O zegt ze, en ze wil weer opstaan, ik ga theezetten. Nee zeg ik, zitten blijven. Ja zegt ze, je moeder wil te veel. Goh, dat had ik nog niet door. Ik zeg waarom komt de hulp niet? Ze is ziek, hijgt ze nog na. Oh zeg ik, sturen ze niet iemand anders? Dat weet ik niet zegt ze. Maar ik had alle planten uit de vensterbank gehaald, want ik had graag gewild dat ze de ramen ging zemen. Ze zit hijgend en puffend op de stoel alsof ze net een marathon heeft gelopen.

Mijn moeder is hard voor zichzelf. Van het type niet zeuren maar doorgaan. Haar ene voet tenen afgezet, en eigenlijk altijd pijn. Haar hart slecht en haar longen zijn eigenlijk op. In het koppie is alles nog oké en daarom is het zo hard te verteren voor haar dat niks meer lukt. Ik kan toch niet de hele dag tv kijken en boeken lezen, zegt ze. Dus dwingt ze zichzelf achter de rollator haar boodschapjes te halen. De grote dingen worden gehaald door mijn zussen.

De vensterbanken leeghalen, is voor ons en de huishoudelijke hulp een peulenschil, voor haar een intensieve uitdaging. En nu kwam de huishoudelijke hulp niet en moest ze alles weer terugzetten. Je wist toch dat ik kwam, dan kon ik dat toch voor je doen, zeg ik. En de hulp kan zelf ook de vensterbank leeghalen mam. Ja zegt ze nog steeds hijgend, ik dacht dan kan ze opschieten.

Mijn moeder van 85 jaar is van de oude stempel, vanaf 12 jaar moest ze gaan dienen, dienden bij de welgestelde mens. Meneer en mevrouw lieten mijn moeder hard werken voor een paar cent. 6 dagen in de week. Een uurtje vrij kon niet, want dan moesten de overhemden van meneer gestreken en gesteven worden, of het eten klaar gemaakt. Mijn moeder haar mooie lange haar, moest ze afknippen van mevrouw. En als de kat het vlees van de aanrecht had gekaapt, moest ze dat vanuit haar eigen zak betalen. Andere tijden, dan nu, maar het heeft haar wel gevormd zoals ze nu is. Het huishouden moet je toch zelf kunnen. Maar het gaat niet meer, en eigenlijk vindt ze dat ontzettend moeilijk te accepteren.

Het duurt echt een tijd voor dat ze weer rustig en op adem is. Ik zeg haar nogmaals dat ze dit niet meer mag doen. Ze was ook nog boodschappen wezen doen. Ik zei mam, we hadden ook even samen met de auto kunnen gaan. Ja, ja, zegt ze, maar ik wilde wat lekkers bij de thee halen voor ons. Ik zucht……je bent wel eigenwijs hoor voor een vrouw van 85, zeg ik. Ze schiet in de lach, pakt mijn hand vast en kijkt mij aan en zegt; dat zijn we toch allemaal, jij ook! Want hoe is het met je benen? Wat zeiden ze in ziekenhuis? Ik kijk naar beneden naar mijn benen, waarvan het vocht vasthouden duidelijk te zien is. Oh zeg ik, ze zitten er nog aan, gaat wel weer over. Ja zegt mijn moeder, niet zeuren en gewoon doorgaan zeker. Ik kijk haar aan en we schieten samen in de lach.

Heimwee

Libelle heeft onderstaand stukje van mij gepubliceerd, erg leuk.

 

Afbeelding2.png

Het hele jaar kijk je ernaar uit, spaar je je centjes op. En dan is het dan zover. Vakantie!!! Je huis aan kant, spullen ingepakt en hup daar ga je. Alle stress die je had van het afgelopen jaar ga je vergeten op vakantie, tenminste dat is toch de bedoeling. Je neemt helaas al je sores mee en vergeten is toch moeilijker dan je je had voorgenomen. Maar je gaat heerlijk genieten in zonnigere oorden dan thuis. Lekker eten, uitstapjes maken, wat wil een mens nog meer? Je slaapt wat uit, je luiert meer. En mijmert over alles in het leven. Je leest een boek en al je onrust ben je kwijt. Dat is vakantie vieren, tenminste voor de meeste mensen, ook voor mij.

DSC_7709

Maar als ik weg bent mis ik toch thuis, de kat die eigenlijk nooit op schoot wil, wel steeds om je benen kroelten miauwt, maar zodra hij zijn bakje eten heeft, jou niet meer ziet staan. Me tuintje waarvan het me niet meer lukte om voor de vakantie te doen en waarvan ik zeker weet dat het een oerwoud is als ik thuis kom, met brandnetels die door de schutting heen groeien van de buurman omdat die helemaal nooit wat aan zijn tuin doet.De kikkers waar onze kat regelmatig mee thuis komt. Of die plotseling in onze woonkamer rondspringen. En zelfs de kat van de andere buren die je een dood vogeltje bezorgt, als bedankje dat je voor hem zorgt als zijn baasjes er niet zijn. Het is echt een lieverd.

De supermarkt om de hoek en de postbode die er altijd moeite mee heeft om goedendag te zeggen. En niet geheel onbelangrijk 2 van mijn kinders die thuis zijn op hun eigen stekkie. De anderen 3 die hier zijn, zou ik weleens een uurtje of wat willen missen, maar zitten vast geplakt aan hun ouders, omdat die zo nodig op vakantie moesten. Ik ben gek op ze hoor, begrijp me niet verkeerd.

Nog een paar dagen en dan gaan we bepakt en bezakt weer naar huis. Oost west, thuis best! Thuisgekomen, hebben we de uitpak stress en zal ik na mijn zoveelste wasje draaien denken; goh vakantie vieren was toch zo slecht nog niet.