Deze zomer hebben we nog niet zoveel last van haar gehad, vrij rustige nachten gelukkig. Heel af en toe kwam ze langs. Maar nu is over met de rust. Al twee nachten op rij. Ze had honger en kwam met een hoop lawaai de nachtrust verstoren. En tot overmaat van ramp had ze haar vriendin meegenomen. Heel gezellig dat ze op de high tea kwamen, maar ze mochten van mij ook wel ergens anders high tea-en.
Het is midden in nacht! Ben je gek geworden, zei ik tegen haar. Ze keek me aan en weg was ze. Nergens te vinden. Zucht…. moe wordt je ervan. Dus hup licht maar weer uit en proberen verder te slapen. Na tien minuten, net toen ik de slaap weer dacht te hervatten. Zet manlief zijn gesnurk aan, en ik denk oh nee hé, ook dat nog. Ik geef hem een por in zijn zij. Hij roept met een slaperig hoofd; ”wat is er”? Ik zeg, je snurkt. “Ik snurk helemaal niet en slaap niet eens” Ik maak je niet voor niets wakker, zeg ik. Ïk slaap niet, zegt hij. Nee, zeg ik geïrriteerd en je snurkt ook niet zeker? Stilte in de slaapkamer. Ik draai me lichtelijk gepikeerd om. Hé hé eindelijk rust, kan ik ook slapen.
Na een half uurtje te zijn weggedommeld, hoor ik haar vlakbij mijn oor zoemen. “We komen high thea-en, zoemt ze.” en ook manlief ligt weer te snurken. Nu is het klaar hoor, ik gooi het licht aan sta binnen één tel naast mijn bed. Ik roep: de high tea is afgelopen! De jacht is geopend.
Met mijn ogen speur ik de muren en het plafond af, maar mevrouw mug is nergens te bekennen. Ik heb een oor voor haar gezoem, maar mijn ogen laten het afweten. Terwijl ik sta met een opgerold tijdschrift in mijn hand, vraag ik me af, waarom een klein beestje de mens zo kan irriteren en wakker kan houden. Het maakt me strijdlustig en ik zal niet rusten voordat ze een pets om haar oren heeft gehad. Leven en laten leven is hier nu niet meer van toepassing.
Eindelijk zie ik wat zitten op de muur, ha denk ik, ik heb je. Met een ferme slag raak ik haar, maar kom erachter dat het haar vriendin is, die nog niet had genuttigd van de high tea. Het gezoem gaat door en ik speur de kamer af of ik kan ontdekken waar het vandaan komt. Krijg helemaal de kriebels van het gezoem. Snap trouwens niet dat ze zoveel lawaai maken. Als ik ergens gratis op high tea zou willen zou ik wel heel zachtjes de keuken binnen sluipen en daar allemaal lekkere dingetjes weghalen. Maar nee hoor, zij niet, met een hoop bombarie vliegt ze de keuken binnen……….
Ik word wakker uit mijn gepeins, het is stil, geen gezoem… dan moet ze ergens geland zijn. Ik zoek en kijk en zoek nog een keer. Ineens zie ik haar zitten, een flinke dame en ze zit op de deur van de linnenkast. Ik bedenk me geen moment en haal uit. Het is raak. Een gevoel van Euforie komt over mij heen. Tevreden kruip ik met mijn slaperige hoofd me bed weer in. Ik schud me kussen op en zeg nog éénmaal tegen manlief dat hij moet stoppen met snurken. Hij mompelt en gromt wat. Ik val daarna in slaap.
De volgende morgen, als manlief naar de linnenkast loopt, zegt hij; wat is hier gebeurt. Op de kast zit allemaal bloed en niet zo’n klein beetje ook. Triomfantelijk zeg ik, ik heb vannacht een moord gepleegd. Nou, dat was een flinke, zegt manlief. Ja zeg ik, dat gebeurt er nu eenmaal als je mij ’s nachts het leven zuur maakt, dus kijk maar uit vannacht……….